Werkwoordvervoeging

Vervoegen Schiedsen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich schiedse
  • du schiedst
  • er/sie/es schiedst
  • wir schiedsen
  • ihr schiedst
  • sie/Sie schiedsen

Präteritum

  • ich schiedste
  • du schiedstest
  • er/sie/es schiedste
  • wir schiedsten
  • ihr schiedstet
  • sie/Sie schiedsten

Perfekt

  • ich habe geschiedst
  • du hast geschiedst
  • er/sie/es hat geschiedst
  • wir haben geschiedst
  • ihr habt geschiedst
  • sie/Sie haben geschiedst

Plusquamperfekt

  • ich hatte geschiedst
  • du hattest geschiedst
  • er/sie/es hatte geschiedst
  • wir hatten geschiedst
  • ihr hattet geschiedst
  • sie/Sie hatten geschiedst

Futur 1

  • ich werde schiedsen
  • du wirst schiedsen
  • er/sie/es wird schiedsen
  • wir werden schiedsen
  • ihr werdet schiedsen
  • sie/Sie werden schiedsen

Futur 2

  • ich werde geschiedst haben
  • du wirst geschiedst haben
  • er/sie/es wird geschiedst haben
  • wir werden geschiedst haben
  • ihr werdet geschiedst haben
  • sie/Sie werden geschiedst haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich schiedse
  • du schiedsest
  • er/sie/es schiedse
  • wir schiedsen
  • ihr schiedset
  • sie/Sie schiedsen

II Präteritum

  • ich schiedste
  • du schiedstest
  • er/sie/es schiedste
  • wir schiedsten
  • ihr schiedstet
  • sie/Sie schiedsten

I Perfekt

  • ich habe geschiedst
  • du habest geschiedst
  • er/sie/es habe geschiedst
  • wir haben geschiedst
  • ihr habet geschiedst
  • sie/Sie haben geschiedst

I Futur 1

  • ich werde schiedsen
  • du werdest schiedsen
  • er/sie/es werde schiedsen
  • wir werden schiedsen
  • ihr werdet schiedsen
  • sie/Sie werden schiedsen

I Futur 2

  • ich werde geschiedst haben
  • du werdest geschiedst haben
  • er/sie/es werde geschiedst haben
  • wir werden geschiedst haben
  • ihr werdet geschiedst haben
  • sie/Sie werden geschiedst haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte geschiedst
  • du hättest geschiedst
  • er/sie/es hätte geschiedst
  • wir hätten geschiedst
  • ihr hättet geschiedst
  • sie/Sie hätten geschiedst

II Futur 1

  • ich würde schiedsen
  • du würdest schiedsen
  • er/sie/es würde schiedsen
  • wir würden schiedsen
  • ihr würdet schiedsen
  • sie/Sie würden schiedsen

II Futur 2

  • ich würde geschiedst haben
  • du würdest geschiedst haben
  • er/sie/es würde geschiedst haben
  • wir würden geschiedst haben
  • ihr würdet geschiedst haben
  • sie/Sie würden geschiedst haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Schiedse!
  • (wir) Schiedsen wir!
  • (ihr) Schiedst!
  • (Sie) Schiedsen Sie!

Partizip

Präsens

  • schiedsend

Perfekt

  • geschiedst

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Schiedsen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Schiedsen? Typ gewoon Schiedsen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: